Hoe brei ik sokken?
Beschrijving sokken breien.
Maat: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12
Schoenmaat: 18/19-20/21-22/23-24/25-26/27-28/30-31/33-34/36-37/38-39/40-41/42-43/44
Voetlengte: 14-15,5-17-18-20-21-23-24-25-26-27-28
Materiaal : ca.: 50-60-70-80-90-100-110-120-130-140-160-180 gram bv scheepjes Maris, invicta, design sock.
Naalden: 4 breinaalden nr. 3 zonder knop
Stekenverhouding: 22 steken met nld. nr. 3 in tricotsteek gebreid, zijn 10 cm breed. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Ca. 30 naalden zijn 10 cm hoog.
Gebruikte steken:
Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht.
Tricotsteek: recht op de goede kant.
Werkwijze:
Zet verdeeld over 3 naalden 32-34-36-38-42-44-46-48-50-52-54-56 st. op met nld. nr. 3. Brei boordsteek in het rond tot 9-10-11-12-13-14-15-15-16-16-17-17 cm. De steken nu als volgt verdelen:
15-17-19-19-21-23-23-25-25-27-27-29 st. tricotsteek en 17-17-17-19-21-21-23-23-25-25-27-27 st. boordsteek. Nadat er 3-3-3-5-5-5-5-5-5-7-7-7 toeren in deze indeling gebreid zijn, de in de boordsteek gebreide steken zolang op een draadje of stekenhouder overnemen en op de tricotsteken verder breien, nu voor de hiel in heen-en-weer gaande toeren, beginnend met 1 naald averecht op de verkeerde kant, 1 naald recht en deze 2 naalden herhalen tot er 11-13-13-15-15-17-17-19-19-21-21-23 naalden heen-en-weer gebreid zijn, de laatste naald hiervan is een averechte naald. Van de volgende naald 10-11-11-12-12-13-13-14-14-15-15-16 st. breien, dan 1 overhaling (=1 st. afhalen, 1 st. recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek heenhalen), 1 st. recht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 4 st. averecht, 2 st. averecht samen, 1 st. averecht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 5 st. recht, 1 overhaling, 1 st. recht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 6 st. averecht, 2 st. averecht samen, 1 st. averecht breien. Op deze wijze voortgaan, dus steeds de steek op het keerpunt en de daarna volgende steek samenbreien (of overhaling maken) en 1 st. hierna breien, en dit herhalen tot er naar beide zijden tot en met de buitenste steek van de hiel is gebreid. De draad afknippen. Langs de zijkant van de hiel breiend opnemen: 8-9-9-10-10-11-11-12-12-13-13-14 st., de steken van de hiel breien, langs de andere zijde van de hiel 8-9-9-10-10-11-11-12-12-13-13-14 st. opnemen, de toer uitbreien. De steken zo verdelen, dat de steken van de bovenvoet op 1 naald en de steken van de hiel (later ondervoet) op 2 naalden komen.
1e toer: zonder minderen, de steken van de bovenvoet in de boordsteek breien, op de overige steken tricotsteek breien.
2e toer: op de 2 eerste steken van de 1e naald van de hiel een overhaling breien (=1 st. afhalen, 1 st. recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek heenhalen), op de 2 laatste steken van de 2e naald van de hiel 2 st. recht samenbreien, toer uitbreien. Deze 2 toeren herhalen tot er 32-34-36-38-42-44-46-48-50-52-54-56 st. over zijn. Hierop breien tot de lengte vanaf de zijkant van de grote hiel 8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19 cm is. Nu op alle steken recht breien en na 2 toeren minderen voor de teen:
1e toer: op de steken van de bovenvoet 1 overhaling, 11-12-13-14-16-17-18-19-20-21-22-23 st. recht, 2 st. recht samen; op de steken van de ondervoet: 1 st. recht, 1 overhaling, 11-12-13-14-16-17-18-19-20-21-22-23 st. recht, 2 st. recht samen, 1 st. recht.
2e toer: recht zonder minderen.
Deze 2 toeren steeds herhalen, het aantal steken tussen de minderingen in wordt elke 2e toer 2 st. kleiner. De minderingen worden herhaald tot er totaal 10-12-10-12-10-12-10-12-10-12-10-12 st. over zijn. Deze met naald en draad bij elkaar halen en de draad goed afhechten. De 2e sok wordt op dezelfde wijze gebreid.
Liever wat dikkere sokken?
Schoenmaat: 18/19-20/21-22/23-24/25-26/27-28/30-31/33-34/36-37/38-39/40-41/42-43/44
Voetlengte: 14-15,5-17-18-20-21-23-24-25-26-27-28
Materiaal:: 50-100-100-100-100-100-150-150-150-150-200-200 gram bv Noorse sokkenwol
Breinaalden: 4 breinaalden nr. 4 zonder knop
Stekenverhouding: 22 st. en 30 nld. in tricotsteek gebreid, zijn 10×10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht.
Tricotsteek: brei in ronde toeren alle toeren recht, en in heen-en teruggaande nld., de heengaande nld. recht en de teruggaande nld. averecht.
Werkwijze:
Zet op 3 nld. verdeeld 30-32-34-36-38-40-42-44-46-48-50-52 st. op en brei boordsteek in het rond tot 9-10-11-12-13-14-15-15-16-16-17-17 cm hoogte. De steken verdelen in 15-17-17-19-19-21-21-23-23-25-25-27 st. tricotsteek (steeds recht breien) en 15-15-17-17-19-19-21-21-23-23-25-25 st. in de boordsteek. Nadat er 3-3-3-5-5-5-5-5-5-7-7-7 toeren in deze indeling zijn gebreid, de in de boordsteek gebreide steken zolang op een draadje of stekenhouder overnemen en op de tricotsteek verder breien, nu voor de hiel in heen-en teruggaande naalden breien, beginnend met 1 nld. averecht op de verkeerde kant, 1 naald recht, en deze 2 naalden herhalen tot er 11-13-13-15-15-17-17-19-19-21-21-23 naalden heen-en terug gebreid zijn, de laatste naald hiervan is een averechte naald. Van de volgende rechte naald 9-10-10-11-11-12-12-13-13-14-14-15 st. breien, dan 1 overhaling (=1 st. afhalen, 1 st. recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek heenhalen), 1 st. recht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 4 st. averecht, 2 st. averecht samenbreien, 1 st. averecht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 5 st. recht, 1 overhaling, 1 st. recht breien. Omkeren, 1 st. afhalen, 6 st. averecht, 2 st. averecht samenbreien, 1 st. averecht breien. Op deze wijze voortgaan, dus steeds de steek op het keerpunt en de daarna volgende steek samenbreien (of overhaling maken) en 1 st. hierna breien, en dit herhalen tot er naar beide zijden tot en met de buitenste steek van de hiel is gebreid. De draad afknippen. Langs de zijkant van de hiel breiend opnemen: 7-8-8-9-9-10-10-11-11-12-12-13 st., de steken van de hiel breien, langs de andere zijde van de hiel 7-8-8-9-9-10-10-11-11-12-12-13 st. opnemen, de toer uitbreien. De steken zo verdelen, dat de steken van de bovenvoet op 1 naald en de steken van de hiel (later ondervoet) op 2 naalden komen.
1e toer: zonder minderen, de steken van de bovenvoet in de boordsteek breien, op de overige steken tricotsteek breien.
2e toer: op de 2 eerste steken van de 1e nld. van de hiel een overhaling breien (=1 st. afhalen, 1 st. recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek heenhalen), op de 2 laatste steken van de 2e naald van de hiel 2 st. recht samenbreien, toer uitbreien. Deze 2 toeren herhalen tot er 30-32-34-36-38-40-42-44-46-48-50-52 st. over zijn. Hierop breien tot de lengte van de grote hiel 8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19 cm is. Nu op alle steken recht breien en na 2 toeren minderen voor de teen.
1e toer: op de steken van de bovenvoet 1 overhaling, 10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21 st. recht, 2 st. recht samenbreien; op de steken van de ondervoet: 1 st. recht, 1 overhaling, 10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21 st. recht, 2 st. recht samenbreien, 1 st. recht.
2e toer: recht zonder minderen.
Deze 2 toeren steeds herhalen, het aantal steken tussen de minderingen in wordt elke 2e toer 2 st. kleiner. De minderingen worden herhaald tot er tussen de minderingen in 2-3-2-3-2-3-2-3-2-3-2-3 st. over zijn, er zijn totaal 10-12-10-12-10-12-10-12-10-12-10-12 st. over. Deze met naald en draad bij elkaar halen en de draad goed afhechten. De 2e sok wordt op dezelfde wijze gebreid.